115
Dagen in de wijdewereld
De
boottocht van Porto Vehlo naar Manaus
Wanneer we de boot op gaan, zijn de sjouwers druk bezig met de lading.
Het ruim wordt volgestouwd met kisten tomaten. De begane grond ligt vol
met netten aardappelen. Er is nog net genoeg ruimte voor de
bootmedewerkers om televisie te kijken. Op de eerste verdieping is het
propvol met mensen. Om bij onze cabine te komen, moeten we het
hangmatten-gedeelte passeren. Er hangen zo'n 75 hangmatten in drie rijen.
't Is een mooi gezicht al die kleuren. Onder de hangmatten ligt de bagage.
Onze cabine ziet er goed uit. De afmeting is zo'n 1.70 x 1.50 x 2.0 meter.
Twee eenpersoonsbedden hangen boven elkaar en we hebben zelfs airco. We
betalen 300 Rs ($115) voor de cabine, inclusief ontbijt en twee warme
maaltijden per dag. Mensen met een hangmat betalen 123 Rs per persoon.
Voor iets meer staat onze baggage veilig en hebben we een beetje privacy.
Nadat we onze tassen in de cabine hebben gezet, gaan we naar het dek
op de tweede verdieping. Hier is de bar. Er staan tafeltjes en stoeltjes
en twee gigantische muziekboxen van 2,5 meter hoog. De muziek staat
keihard. We moeten schreeuwen om elkaar te verstaan. Achter de boxen is
het beter. We drinken wat en kijken hoe de boot wordt ingeladen.
Rare vogel
Al snel komt een man bij ons staan. We begrijpen hem amper, omdat hij
Portugees spreekt. Hij lijkt ons een onguur type. Hij stelt vragen over de
prijs van onze cabine enzo. Wat kan hem dat nou schelen? Wanneer later de
boot vaart en wij op een bankje zitten, komt hij naast ons zitten. We
hebben geen zin in zijn gezelschap en doen koel. Gelukkig laat hij ons
daarna met rust. We vinden het vervelend om meteen met zo'n rare vogel te
worden geconfronteerd. De waarschuwingen voor berovingen en dergelijke van
Cida en haar familie zitten ook nog vers in ons geheugen. Misschien zijn
we wel een beetje paranoide.
Reuze meloenen
Een uur nadat we op onze korte, maar goede bedden zijn gaan slapen,
stopt de boot. Het is 24.00 uur. Gerben kijkt wat er aan de hand is. Onze
boot ligt vast aan een andere. Er moet nog een lading reuze meloenen mee.
Veel passagiers balen ervan, want dit betekent dat we later in Manaus
aankomen dan beloofd. De kapitein blijft rustig en haalt zijn schouders
op. Als goedmaker krijgen we allemaal een stuk watermeloen.Oog in oog met
krokodillen?Om 2.00 uur stopt de boot weer. Ditmaal met twee harde
schokken. Ik ga de cabine uit om te kijken en zie een stuk of vijf mensen
met zwemvest om. De stuurhut is naast onze cabine en deze mensen vragen de
stuurman wat er gebeurt. Ze kijken ongerust. Aan mijn blote voeten voel ik
dat het dek nat is. Om de boot is het pikkedonker. Ik zie alleen het
zwarte water om ons heen. Ik vind het best eng en denk even aan de zink-scene
uit 'Titanic'. De kapitein komt en zegt dat er niets aan de hand is. We
zijn over een ondiep stuk gevaren en de boot is vast komen te zitten. Al
snel varen we door.
Terug in de cabine ben ik niet helemaal gerust. Als de boot zinkt, is het
een eind zwemmen naar de kant. En wie weet staan we daar oog in oog met
krokodillen. Volgens Gerben hoef ik niet bang te zijn voor krokodillen,
omdat we al onderkoelt zullen zijn, voordat we de kant bereiken. Om in elk
geval geidentificeerd te kunnen worden, mochten we levenloos aanspoelen,
doe ik mijn buidel met belangrijke papieren om. Ook leg ik ons hoofdlampje
binnen handbereik. Verder spreken we af dat we bij elkaar blijven als er
iets gebeurt. Terwijl ik met het noodplan bezig ben, hoor ik dat de motor
afslaat. Ik ga naar buiten en zie dat we hebben aangelegd. De boot is
vastgemaakt aan een dikke, omgevallen boom. Met een gerust hard ga ik
eindelijk slapen, maar zie wel op tegen de twee nachten die nog komen.
Prachtige omgeving
De volgende dag worden we al om 7.30 uur gewekt voor het ontbijt. De
boot vaart alweer. We krijgen zoete, zachte broodjes en lekkere sterke
koffie met veel suiker. Met de andere passagiers zitten we aan een lange
tafel te eten. Na het ontbijt gaan we naast onze cabine zitten. De
omgeving is prachtig. De rivier is zo'n 300 meter breed. Heel af en toe
vaart er een vrachtscheepje langs. Aan weerszijden van de rivier is
jungle. We varen circa 50 tot 100 meter van de kant. Ik doe mijn best om
wilde dieren te zien, maar zie alleen witte reigers en vlinders. Ook zien
we af en toe een huisje. Zo een van riet en hout. Het ziet er vredig uit
tussen het groen.
Een gezellige boel
De volgende twee dagen lijken erg op elkaar. Overdag kijken we naar
buiten, liggen we op bed, schrijven we in onze boekjes en lezen we wat. 's
Avonds kijken we met z'n allen op het dek naar soaps en sport. Het contact
met onze bootgenoten wordt met de dag beter. Mensen beginnen vragen te
stellen of te glimlachen. Kinderen koekeloeren de cabine in of komen even
bij ons zitten. Helaas spreken veel mensen alleen Portugees, maar met
handen en voeten komen we een heel eind. De mensen in de hangmatten lijken
ook een hechte club te worden. Ze delen snoepjes, tijdschriften en passen
op elkaars kinderen.
Waterbuffels en dolfijnen
De laatste dag vaart de boot vaak op 25 meter afstand van de wal. We
zien een paar groepen waterbuffels. Ze zijn donkerbruin en hun ribben zijn
goed zichtbaar. 's Middags begint het landschap te veranderen. De rivier
Soemois en Negro lopen op een gegeven moment naast elkaar. Het bijzondere
is dat het water van beide rivieren zich niet mengt. De ene helft van de
rivier is lichtbruin en de andere helft zwart. Ook zijn er opeens
eilandjes en graspartijen in het water en zien we meer huisjes langs de
kant. Aan het eind van de middag zien we drie kleine, zwarte dolfijnen
spelen.
Afscheid
's Nachts om 3.00 uur komen we aan in Manaus. We mogen tot 8.00 uur op
de boot blijven, maar we kiezen ervoor om naar een hotel te gaan. De airco
in onze hut is stuk, waardoor het er bloedheet is. We nemen afscheid van
onze bootvrienden en pakken een taxi.
Een dagje Manaus
Manaus behoort niet tot de steden, waar wij dol op zijn. Het is er
druk en ziet er ranzig uit. Er zijn vooral kledingwinkels van het type
Zeeman. Om klanten naar binnen te lokken, staan verkopers voor de winkel
hard in hun handen te klappen. 't Schrikt ons eerder af. De middag brengen
we door in onze hotelkamer. Lekker douchen en koesen. 't Is buiten zo heet.
's Avonds eten we iets in de buurt en zitten we nog even buiten voor het
hotel. De volgende dag, zondag, zijn alle winkels, restaurants en
dergelijke gesloten. Er is werkelijk niets te doen. Gelukkig is de WK
volleybal, Brazilie-Rusland, op televisie. Daarna een potje internetten in
een buur-hotel. Om 18.00 uur vertrekt onze bus naar Boa Vista.
De grens over naar Brits-Guyana
In Boa Vista zien we dat dit plaatsje ons niet aanspreekt. We
besluiten een bus naar Bonfim te nemen en steken daarna de grens met
Brits-Guyana over. We zijn nu in Lethem.
20
september '02
|
|