110
dagen in de wijdewereld
Een warm welkom in Brazilië
In Guayara-Mirim (Brazilië) mogen we na het tonen van onze Gele
Koortsstempel het land in. Bij een politiepost halen we onze
binnenkomststempel en laten ons door een taxi bij het busstation afzetten.
Om 14.00 uur vertrekt onze bus naar Porto Vehlo. We zijn nog geen uur de
grens over en durven nu al te zeggen dat de Brazilianen hun zaakjes beter
regelen dan mensen in Bolivia. De bussen zien er keurig uit en hebben
airco. De chauffeurs lopen in uniform en de tarieven staan op een bord
aangegeven. Verder zien we dat de bromfietsers hier wel helmen dragen. We
gaan zitten op een bankje in de schaduw. Het is 35 graden. Onze bus
vertrekt pas over twee uren.
Frans en Cida
Er komt een vrouw op ons aflopen. "Waar komen jullie vandaan?",
vraagt ze in het Engels. Wij antwoorden natuurlijk dat we uit Nederland
komen. "Mijn man ook", zegt ze nu in correct Nederlands. Ze
wijst naar een blanke man in hemd en handdoekje op zijn schouder. Ze
stellen zich voor als Frans en Cida en wonen in Enschede. Elke twee jaar
zoeken ze de familie van Cida in Brazilië op. Na een praatje van zo'n
tien minuten stappen ze weer in de auto. Enkele ogenblikken later zien we
de auto terugkomen. Ze nodigen uit voor een lunch en een douche bij haar
ouders thuis. Wij vinden het hartstikke leuk en zeggen natuurlijk "ja".
Een Braziliaanse lunch
Bij het huis aangekomen, ontmoeten we Cida's ouders van bijna 80 jaar,
haar kinderen, een broer en een zus. We worden hartelijk verwelkomd. We
krijgen een rondleiding in de tuin, waar ons alles wordt verteld over de
bijzondere fruitbomen, de cashewnotenboom en de kippen. Vervolgens de
lunch. Een uitgebreide maaltijd met kip, groenten, rijst, sausjes en
fruitsappen. Gezellig met z'n allen aan tafel op het overdekte terras in
de achtertuin. Tijdens het eten vraagt Cida ons tot en met maandag te
blijven. Dan gaan zij en Frans ook naar Porto Vehlo. Frans vertrekt
dinsdag naar Nederland. Cida brengt nog een week in Porto Vehlo door in
het huis van haar zus, waar ook Cida's kinderen wonen. Wij nemen de
uitnodiging met beide handen aan.
Na de lunch volgt een druk programma. We verzetten de datum van onze
buskaartjes naar maandag. We maken kennis met zus Suzanne en haar gezin.
We zien de fotozaak van Suzanne. We lopen een rondje over de markt. We
eten een ijsje en takanakka-soep in het park. En ons haar wordt geknipt
door zus Esther. 's Avonds genieten we van het jaarlijkse indiaanse
carnaval.
Het indiaanse carnaval
Het carnaval vindt plaats in een arena. Wij begrepen het niet helemaal,
maar er wordt een historisch verhaal uitgebeeld. Een witte stier is het
middelpunt. De dansers en danseressen dragen prachtige verentooien en een
groep trommelaars ramt er op los. Af en toe wordt er vuurwerk afgestoken.
Omdat Cida's neef de praalwagens heeft ontworpen en gemaakt, krijgen we
een vip-plaats naast het orkest. Samen met de rest van het publiek swingen
we mee met de opzwepende muziek. Rondom de arena is een kermis en allerlei
eet- en drinktentjes. 't Is bomvol mensen. Vanaf een terrasje kijken we
onze ogen uit. Ik (Ellen) vooral naar de vele soorten topjes, die de
schaars geklede meisjes en vrouwen dragen. Rond 1.00 uur liggen we in een
van de drie slaapkamers van de familie Rodriques.
Familiebanden
De volgende dag, zondag, wacht ons een lekker ontbijt. Verse broodjes,
gele kaas, boterhamworst, koffie en sap. Diverse zussen van Cida met
aanhang druppelen binnen. 't Is vandaag vaderdag. De vrouwen zitten bij
elkaar en kletsen erop los. Vader gaat zoals altijd zijn eigen gang.
Familiebanden zijn sterk en belangrijk in Brazilië. Familieleden zorgen
goed voor elkaar en elkaars kinderen. De kinderen van Cida worden opgevoed
door haar zus en man. Er zijn veel (half)broers en zussen. En in de stad
komen we veel neven en nichten van Cida tegen. Het huis van de vader en
moeder van Cida is een centrale plek, er is altijd plaats en eten. Op
vaderdag wordt er weer veel gegeten. Wij maken de Guacamole. 's Avonds
eten we met z'n vieren een hapje buiten de deur en praten daarna nog wat
na in de achtertuin.
Nog een logeeradres
Op maandag nemen we de bus naar Porto Vehlo. Zus Margaritha haalt ons
op van het busstation. Aangekomen bij het enorme huis met zwembad
installeren wij ons in een van de acht slaapkamers. Elke slaapkamer heeft
airco en een eigen badkamer. Een Dogo Brasilero bewaakt 's nachts het
fort. Met z'n allen eten we een geweldig maal bij een BBQ-restaurant.
Allerlei groenten staan tot onze beschikking en de ober loopt langs met
enorme spiezen vlees. Vervolgens gaan we gezamenlijk naar de haven. We
willen naar Manaus en de enige manier om hier te komen is met de boot. Er
blijkt de volgende dag een boot te gaan. Er is nog een cabine vrij. We
reserveren de cabine en gaan blij naar ons logeeradres.
Afscheid
Dinsdag is het de dag van afscheid. Frans vertrekt naar Nederland en
wij nemen de boot naar Manaus. Cida brengt ons naar de haven en geeft ons
nog wat tips, maar ook waarschuwingen mee. We spreken af elkaar in
Nederland nog eens te ontmoeten.
9 september ‘02
|
|