100
Dagen in de wijdewereld
Huiselijkheid en inentingen
In Sucre bewonen we een soort appartement. We hebben een mooie kamer
en delen de keuken op dezelfde etage met Mark en Monica. Zij reizen ook de
wereld rond en komen uit Zwitserland. 's Avonds koken we gezamenlijk en
drinken we een glaasje. Hier verblijven we een week. In een klein dorpje
buiten Sucre spraken we een militaire arts. Naar aanleiding van het
verhaal over Ellens apenbeet, kregen we enkele wetenswaardigheden over
hondsdolheid te horen. Als je het hebt, ga je dood. We besluiten naar een
dokter te gaan. Ellen krijgt nu vijf dagen lang elke dag een vaccinatie
tegen hondsdolheid. We vinden het niet erg wat langer in dit heerlijke
klimaat te blijven.
Voetbalwedstrijd in Santa Cruz
In Santa Cruz verblijven we slechts enkele dagen. Er is niet veel te
beleven. In ons hotel vliegen twee toekans rond, die worden opgejaagd door
een vervelend kind. We bezoeken een voetbalwedstrijd tussen Blooming en
Oriente. Het zijn de twee topclubs van de stad. De wedstrijd is niet goed,
maar het is leuk om naar het publiek te kijken. Che Guevara is aanwezig op
de grote spandoeken. Het publiek slaat de hele wedstrijd op trommels en
zingt liederen. Oriente wint met 1-0.
Krokodillen en scooters
Trinidad is de laatste grote plaats in Bolivia voor we de grens met
Brazilië oversteken. De temperaturen zijn nu rond het middaguur zo'n 35
graden. We komen vroeg in de ochtend aan na een lange busrit. Een prima
hotel met ventilator en muggenvrij is onze verblijfplaats voor ruim een
week. De eerste dag bezoeken we een dorpje waar het jaarlijkse dorpsfeest
wordt gehouden. Een tocht in open vrachtwagen voert ons dwars door de
jungle. De weg is redelijk, maar erg stoffig. Langs de weg liggen
krokodillen in de zon. Groepjes gieren pikken in een dode slang. Ook staan
er grote, witte vogels (soort ooievaars) in de ondiepe poelen. Een
prachtig natuurgebied. Het feest is niet leuk. Veel dronkaards en als
dieptepunt een stierengevecht.
De volgende dag besluiten we scooters te huren. Voor weinig geld heb je
een leuke brommer tot je beschikking. Juan Carlos, de scooterverhuurder,
gaat bijna de hele dag met ons mee. Een echte praatjesmaker. Op zijn
brommer toert hij de stad door en zwaait naar alle meisjes. We raken hem
kwijt als hij met vrienden gaat waterskiën, ofzo. De ketting van mijn
brommer breekt even buiten de stad. Op een brommer gaan we terug naar het
verhuurkantoortje.
Toch nog met de bus
Elke dag huren we nu een scooter. De havens zijn zo'n vijftien
kilometer buiten de stad. Daar gaan we naar toe opzoek naar een boot die
ons naar de grens kan brengen. Het is ons bijna gelukt. We hadden alle
spullen al ingekocht. Elk een eigen hangmat, flessen water voor een week
en wat fruit. Op donderdagochtend zou 'El Boldito' van kapitein Don Guido
vertrekken. Na het afscheid in ons hotel voor de laatste keer een dure
taxirit naar de boot. Helaas El Boldito vertrekt nog niet. Er is geen
vracht en de rivier is te laag door het droge seizoen. We besluiten de bus
te nemen.
Onverantwoord rijgedrag
Er is maar een maatschappij die van Trinidad naar Guayaramerim in het
noorden van Bolivia rijdt. Een busrit van ongeveer 24 uur. De reis
verloopt redelijk, hoewel de buschauffeurs vreemd gedrag vertonen. In
Bolivia kauwt elke buschauffeur wel op cocabladeren. Deze heren nemen daar
nog af en toe een slok sterke drank bij. Zo'n 80 kilometer voor het
eindpunt van de rit worden de chauffeurs afgestraft voor hun gedrag. En
wij dus ook. De dieseltank van de bus is leeg en op een verlaten weg staan
wij in de felle zon. Het commentaar van de chauffeurs is, dat het laatste
pompstation geen diesel meer had. Gelukkig komt er een vrachtwagentje
langs. Deze bestuurder wil ons wel naar Guayaramerim brengen. Na ruim 24
uur zijn we blij met ons luxe hotel. Voor een budgetprijs hebben we nu
zelfs een privé-douche en televisie met meer dan 40 kanalen.
De volgende dag passeren we de natuurlijke grens met Brazilië. Met een
bootje steken we de rivier over. Nu zijn we in Guayara-Mirim, Brazilië.
26 augustus '02
|
|