80
Dagen in de wijdewereld
Treinreis naar Uyuni
Vanaf Oruro nemen we de trein naar Uyuni. Dat is weer eens wat anders dan
de bus. Het is comfortabel met veel beenruimte. De reis duurt acht uren en
's avonds zitten we in de restauratiewagon. Een drankje en een potje
yahtzee maakt het gezellig. Onderweg zien we het landschap veranderen. Ook
de temperatuur verandert en zakt beneden nul.
IJskoud Uyuni
's Nachts rond het middernachtelijk uur komen we aan in Uyuni. Hotel
Avenida is gelegen naast het station. We hoeven dus niet door de vrieskou
op zoek te gaan naar een hotel. Het hotel lijkt een grauw en grijs 'Oostblokcomplex'.
Vanaf 19.00 uur gaat de waterkraandicht om te voorkomen dat de leidingen
bevriezen. We slapen onder drie dekens met trui en broek nog aan. Voor
straf met blote voeten naar bed is hier echt een zware straf.
Zoutmeren
We hebben een zoutmerentoer geboekt. Rond 10.00 uur vertrekken we met
een jeep. De toer duurt vier dagen, maar het is de vraag of dat gaat
lukken. Er is veel sneeuw gevallen en wegen zijn geblokkeerd. Sommige
dorpjes zijn afgesloten van de buitenwereld. Zo'n 30.000 lama's en
flamingo's zijn doodgevroren. Wij wisten niet dat er flamingo's voorkomen
in deze koude gebieden.
De tocht over de zoutmeren is geweldig. In een dorpje zien we hoe de
mensen leven van de zoutwinning. De spiegeling van de felle zon maakt het
landschap surrealistisch. Het is alsof we op een andere planeet rijden.
Gelukkig verwarmt de zon ons. Midden in de zoutmeren ligt een eiland. Hier
groeien enorme cactussen. Al honderden jaren trotseren zij de elementen.
De zoutkorst is zo'n drie meter dik en dus veilig om op te rijden.
Dorpje van niks
Aangekomen in het dorpje vragen we ons af waarom hier mensen wonen. Er
is geen groen te bekennen. Op de vlaktes groeit alleen wat mos en er lopen
lama's rond. Ons hotelletje is klein, maar redelijk comfortabel. De
gehuurde slaapzakken zullen die nacht goed van pas komen. En we moeten
elkaar warm houden. In het dorpje blijkt nog een kroeg te zijn ook. De
avond wordt gezellig samen met een paar Engelsen en een tv-ploeg uit Nieuw-Zeeland.
Gekleurde meren
De tweede dag vertrekken we vroeg naar de gekleurde meren. Het is een
lange tocht door bergachtig gebied. Aangekomen bij 'Lago Colorado' zijn we
toe aan een warme douche. Bij dit rode meer (echt rood) is echter geen
water en al helemaal geen douche. Er ligt voor de schamele onderkomens een
gevilde lama op ons te wachten. Een lamafoetus hangt te drogen in de zon.
Dat moet ons geluk brengen. Na wat rum komen de stoere verhalen los. Een
Engelsman speelt scènes van Monthy Pyton en zingt schuine liederen. We
zitten aan lange tafels dicht tegen elkaar aan voor de warmte. Kaarslicht
maakt het tafereel compleet. Ook de tweede nacht hebben we het toch lekker
warm. Buiten is het twintig graden onder nul.
Geisers en heet water
De derde dag van onze toer begint om 6.00 uur. Door de bevroren kaken
kunnen we haast niet eten. Toch werken we een paar broodjes en warme
koffie naar binnen. Deze dag zien we de geisers. Uit de aardkorst spuit
metershoog waterdamp op. Het stinkt er naar rotte eieren (zwavel). Ook
bezoeken we een hete waterbron. De gekke Engelsman neemt een bad. Anderen
volstaan met pootje baden. Aan het einde van de dag besluiten we de vierde
dag van de toer te laten voor wat het is. Hierdoor komen we laat aan in
Uyuni. Na een lange dag in de jeep stappen we rond 20.30 uur ons hotel
binnen. Het waren drie fantastische dagen. Dit is een unieke plek op aarde.
Slavenarbeid in Potosi
Na Uyuni zoeken we het wat hoger op. Letterlijk nogwel. Potosi is de
hoogste stad ter wereld (waarschijnlijk samen met een stad in de Himalaya).
Het klimaat is al iets minder koud. We bezoek hier de mijnen. Al honderden
jaren halen de mensen mineralen, zilver en goud uit de grond. Ook de
Nederlanders spelen een rol in de geschiedenis van dit stadje. Zij
brachten vroeger slaven uit Afrika hier naar toe. Miljoenen slaven zijn
gestorven. We gaan de mijnen niet in, maar praten wat met kinderen en
mannen die er werken. Vanaf twaalf jaar werken de kinderen in de mijnen en
voor hun 45ste levensjaar zijn ze al gestorven aan een longziekte.
Toeristenbureaus organiseren trips. De toeristen nemen dan sigaretten,
cocabladeren en dynamiet mee. Wij vinden dat ze beter gezonde groenten
kunnen geven. Het zijn trieste verhalen en het lijkt erop dat deze mensen
de slaven van onze tijd zijn.
De temperaturen stijgen
De busrit van Potosi naar Sucre is gelukkig niet lang en we rijden
door een prachtig landschap. Na vier uren bereiken we Sucre. Onze dikke
truien kunnen nu in de tas. Die hebben we niet meer nodig.
18
augustus '02
|
|