70
dagen in de wijdewereld
Vrijwilligerswerk in een dierenpark
Op het prikbord van ons hotel in La Paz lazen we een oproep van Inti
Warra Yassi. Dit opvangcentrum voor getraumatiseerde dieren zoekt
vrijwilligers. Het leek mij hartstikke leuk en schreef het adres in mijn
dagboek. Ook Gerben zag het wel zitten om eens iets langer (minimaal 15
dagen) op een plek te blijven.
Een warm welkom
Een paar dagen later reden we naar Villa Tunari, het jungledorp waar het
park is gevestigd. De bus zette ons af voor “Casa de Voluntarios“. Dit
is het vrijwilligershonk met keuken, kluskamer, slaapkamers en een soort
woonkamer. De vrijwilligers in de woonkamer zwaaiden ons hartelijk toe. Ze
waren blijkbaar blij ons te zien. We zetten onze rugzakken in het
kantoortje en voegden ons bij de anderen.
Introductie en voorwaarden
Boaz, een vrijwilliger die er al anderhalve maand werkt en nog lang niet
weg wil, gaf ons informatie. Hij vertelde over de 15 apen aan een touw, de
ruim 200 vrije apen, de 9 grote katten, de vogels en de schildpadden. Al
deze dieren zijn gered uit een vreselijke situatie. Veel apen zijn als
dansapen gebruikt of mishandeld. Een poema zat maanden in een hokje, omdat
hij in het circus niet door een brandende hoepel wilde springen. En de
vogels hadden gebroken vleugels of uitgetrokken vleugelpennen.
Ook kregen we de voorwaarden te horen. Een vrijwilliger moet 100
Bolivianos ($15) borg inleggen. Na 15 dagen kun je de borg terugkrijgen.
De meeste vrijwilligers vragen het geld niet terug, maar willen dat dit
geld wordt gebruikt voor de dieren. Verder verblijven vrijwilligers in de
Casa of in hostal Las Vegas. Deze onderkomens horen bij het park en de
huur komt ten goede aan de dieren.
Niet zo geliefd in het dorp
Tenslotte kregen we informatie over hoe de mensen in het dorp tegen het
park aankijken. De grote hotels in het kleine dorp richten zich vooral op
rijke, jagende toeristen. Sinds de burgemeester het park verhuurt aan Inti
Warra Yassi is er minder jaaggebied. Er komen dus minder toeristen, wat
ook merkbaar is voor de andere ondernemers in het dorp. Daarnaast
wil de Boliviaanse regering het park binnen een maand sluiten. Er zijn
plannen voor een dierentuin, jaaggebied en/of een wetenschappelijk centrum
voor dierproeven. Dat levert natuurlijk meer geld op. De politie kan elk
moment binnenvallen om beslag te leggen op het park en de dieren.
We gaan ervoor
Na het introductiepraatje liepen we rond in het park en spraken
verschillende vrijwilligers. Al snel werd ons duidelijk dat de toekomst
van het park onzeker is en er een soort “vlucht“ met alle dieren staat
gepland. De jongens van de constructie waren al druk bezig met het maken
van vluchtkooien. Omdat het werk en de mensen ons wel aanspraken, besloten
we aan het eind van de dag dat we als vrijwilliger in het park wilden
werken.
Een rustig baantje
De volgende dag meldde ik me bij het apenpark. Dit is een plek in het
park, waar de apen aan een lang koord aan bomen zitten gebonden. Deze apen
zijn ziek of nog niet klaar voor de vrijheid. Ze scharrelen rond of worden
beziggehouden door een vrijwilliger. Ook zijn er vrije apen die voedsel of
aandacht zoeken. Ik kreeg Melanie en Arbel, twee Cappuchino-aapjes onder
mijn hoede. Melanie is voornamelijk druk bezig met jagen. Elke steen en
elk blaadje draait ze om. Bijna obsessief. Ze heeft als dansaap gewerkt en
is erg nerveus. In stress-situaties gaat ze weer dansen zoals op de markt.
Arbel is een rustig aapje. Ik zat de hele dag wat bij hem. Gerben begon
die dag bij de constructie. Kooien bouwen van allerlei materialen die er
te vinden waren.
Cultuurshock
Aan het einde van die dag kwamen we elkaar weer tegen. Beiden hadden we
een behoorlijke cultuurshock. We waren geschrokken van de slechte
organisatie, of beter gezegd het ontbreken daarvan. We hadden verwacht dat
er volgens programma“s met de dieren zou worden gewerkt. Doel van het
park is immers om de dieren weer het wild in te krijgen. Verder hadden we
meer berichten over het vluchtplan gehoord en ook dat was zeer vaag.
Bovendien was er honderd Bolivianos uit Gerben“s broekzak gestolen. We
hadden tweedehandskleding gekocht (apen poepen en plassen op je) en hadden
de tas met goede kleding in het kantoor gelegd. We dachten dat het daar
veilig was. De twijfels of we nog wel wilden blijven groeiden.
Vluchten?
De volgende dag begonnen we vol goede moed. Aangekomen bij het park wilde
ik met de apenwas beginnen. Dit zijn de vieze, oude vodden die de apen in
hun nachthokken hebben. Mijn extra taak voor die dag. In plaats daarvan
werd mij gevraagd voorwerpen te zoeken, waar we iets in konden doen
tijdens de vlucht. Het zou die dag plaatsvinden. Ik verzamelde emmers,
meelzakken, oude vogelkooien etc. Iedereen sprak erover “zou het dan echt
plaatsvinden die nacht?“ “t Rare was dat er geen plan was. “t Enige dat
bekend was, was dat er om 24.00 uur een truck klaar zou staan.
Gebeten door Bilbo
Na de luch begaf ik me weer naar mijn apen. Een van de apen zat helemaal
verstrikt in zijn eigen touw. Terwijl ik hem los wilde maken, beet hij in
mijn hand. "Dat is Bilbo, die houdt niet van vrouwen", riep
iemand. Geschrokken en in tranen liep ik naar het kantoor. Boaz ving me op
en verbond mijn hand. "“t Valt best mee", zei hij. Voor mij
viel het helemaal niet mee. Ik was me rotgeschrokken en mijn hand deed erg
pijn. Verschillende mensen vertelden me dat ik een peniciline-injectie
moest halen bij een prive-kliniek. Gerben en ik reden er met een taxi naar
toe. Aangekomen bij het oude vervallen huis stonden we voor de dichte deur.
We keken naar binnen en zagen allemaal slangen (op sterk water) in grote
potten. Ik besloot om een dag aan te kijken hoe het met mijn hand zou gaan.
Die avond begon het hevig te regenen en werd de vlucht opeens afgeblazen.
Het regende vier dagen onafgebroken.
Vogels en schildpadden
Ik besloot niet meer met de apen te werken. Ze zijn me te onvoorspelbaar.
Het viel me op dat elke dag vrijwilligers of bezoekers werden gebeten. Ik
richtte me op de papegaaien. Omdat Gerben de vogels en schildpadden ook
heel leuk vond en het voor hem onduidelijk was wat er aan constructie
moest worden gedaan, deden we het samen. Kooien verschonen, voeren en de
vogels naar binnen en buiten brengen. De schildpadden zitten in een
betonnen bak met water en worden twee keer per dag gevoerd. Verder
vermaakten we ons met klusjes in en om het huis (groente en fruit voor de
apen snijden, kooien repareren, schoonmaken en de was doen). “s Avonds
was het gezellig in hostal Las Vegas, waar we met zo“n 20 andere
vrijwilligers verbleven. Er waren Israeli“s, Engelsen, Ieren,
Nederlanders, een Australiese en een Schot. We aten gezamenlijk, dronken
een biertje gedronken en hadden gezellige kletspraatjes.
Inpakken en wegwezen
De ommekeer van ons toch wel prettige verblijf kwam toen we op
zaterdagavond een bespreking hadden. De oprichter zou iets vertellen over
de toekomst van het park. Binnen een maand zouden we vluchten. We moesten
doorgaan met de voorbereidingen. Op de vraag "welke voorbereidingen",
"wat is het plan" en "is het legaal" antwoordde hij
dat we allen broeders waren en dat het met liefde en de hulp van God goed
zou komen. Gerben had in gedachten zijn rugtas al gepakt.
Die zaterdagavond besloten we dinsdag te vertrekken. Het ontbreken van
organisatie en het geklets over de politieke zaken werd ons teveel.
Daarbij wilden we niet betrokken raken bij de illegale vluchtplan. Kortom:
tijd voor ons om te gaan.
30 juli
'02
|
|