Peru
De belevenissen van een stel dat Zuid-Amerika en Afrika verkent

42 Dagen in de wijdewereld

We zijn in Peru aangekomen. Na het rustige Vilcabamba, Equador, zijn we van plan van het noorden naar het zuiden van Peru te reizen. In plaats van mooie wegen langs groene bergen, rijden we nu door woestijngebied en over stoffige wegen. De reistijden zijn langer en we nemen vaak nachtbussen. De bussen in Peru zijn echter van een betere kwaliteit. We zijn aan de kust geweest, maar ook in een prachtig bergstadje in de Andes.

Pinksterfeest in Trujillo, strandplezier in Huanchaco
De eerste noemenswaardige plek waar we verblijven is Huanchaco. Het is een dorpje aan de kust, vlakbij de derde grootste stad van Peru, Trujillo. Trujillo is een leuke stad met een groot plein, zoals alle koloniale steden in Latijns-Amerika. Vanuit ons hotel in Huanchaco gingen we op een dag even geld halen in de stad. We zijn er de hele dag gebleven. Op deze dag werd het Pinksterfeest gevierd. Hier heet het Corpus Cristie. Veel jongeren waren bezig ´Afombras´ te maken. Van gekleurd zaagsel en bloemetjes maken ze ´vloerkleden´ op de weg. Later gaat er een processie overheen. ´t Was dus erg druk op het plein. We hebben wat foto´s laten ontwikkelen en wat gegeten. Ook ben ik nog geinterviewd door de televisie over de aanstaande WK-voetbal. Wat moest ik zeggen? Rond 15.00 uur stroomde het plein helemaal vol. Het feest kon beginnen. De laatste hand werd gelegd aan een podium voor de kerk. Een gospelbandje zweepte het publiek op. Dansen, bidden, handen in de lucht en vooral blij zijn. Een groot Jezusbeeld moest nog boven het podium worden getakeld. Zo´n twintig mannen konden het nog niet voor elkaar krijgen.Inmiddels was het 16.00 uur. Het leek wel of wij zelf de heilige geest waren. Kinderen en volwassenen dromden om ons heen. Ze riepen "Gello, gello, que grande". We zijn inderdaad iets langer dan zijn, maar nog geen geesten.Tot 17.30 uur hebben we gewacht. Er kwam een Sinterklaas op het podium. De grote Jezus was weggehaald en er wapperden nog wat rode doeken. De mis kon beginnen. Voor veel mensen op het plein even hun triestheid, armoede en andere moeilijkheden vergeten. Dit alles door de Heilige Geest. Wij geloven nog steeds in onszelf.

Over Huanchaco kan ik kort zijn. Het is een leuk, klein vissersdorpje. Je kan er surfen en vis eten. Hier hebben we nog een paar rustige dagen doorgebracht. We hebben nog een pre-Incastad bezocht. In deze woestijn ligt een stad (ruine inmiddels) van modder opgebouwd, waar vroeger 60.000 mensen woonden. Chan Chan heet het hele gebied.

Huaraz, een stadje in de Andes
Huaraz is een stadje tussen de Cordillera Blanca en de Cordillera Negra. Het Andesgebergte dus. In deze regio zijn in 1970 ongeveer 50.000 mensen bedolven onder een modderstroom als gevolg van een aardbeving. Een aantal plaatsen verderop hebben er flink onder geleden. Yungay was volledig weggevaagd, maar Huaraz is er nog redelijk van af gekomen. Vanuit Trujillo zijn we rond 05.30 uur aangekomen in Huaraz. Welk hotel wil je om die tijd ontvangen?

Een gastvrij verblijf in hotel Churup
In hotel Churup, genoemd naar een bergmeertje, is altijd plek. Het hotel was nog in diepe rust. We mochten op het logeerbed in het huis van Juan en Nelly slapen. Juan en Nelly hebben na hun werkzame leven het plan opgevat een hotel te beginnen (zes jaar geleden). Met hart en ziel runnen zij nu hotel Churup. Ze zorgen als een vader en moeder voor hun gasten. Nelly spreekt goed Engels en een woordje Nederlands. Een dochter zijn ze kwijtgeraakt aan
een Nederlander in Tilburg. De andere dochter gaat binnenkort trouwen met een Duitser. Wij koken in hun keukentje en Ellen is verliefd op de twee huishondjes.

Op een ochtend liep ik door de straten van dit leuke stadje in de Andes. Er klonken geluiden van een panfluit ´El paso del condor´. Het was 08.30 uur en de zon was net op. Ik had met twee Peruanen en twee Duitsers naar Duitsland-Ierland gekeken. Hopend op een overwinning van de Ieren, werd het gelukkig nog 1-1. Een Duitser was halverwege de eerste helft al in een soort coma geraakt. Hij was niet meer op de been te krijgen.

Wandelen langs ruines en bergmeren
We hebben twee prachtige wandeltochten gedaan. Een langs de ruines van Waikowaine of iets dergelijks. De andere langs twee bergmeren op grote hoogte (4800 meter). Dit was een goede training voor onze slappe beentjes. Tijdens de tweede dagtocht moesten we nog een parkwachter omkopen, omdat we geen paspoort bij ons hadden.

Zware expeditie op gletsjer
Rond 07.00 uur vertrokken we naar de ´Pasto Ruri´ (5200 meter). Helaas moest Ellen achterblijven. De dag ervoor begonnen haar darmen op te spelen en kreeg ze ook nog eens buikkrampen. Na elk slokje water rende ze naar de plee. Erg jammer want het zou een hele ervaring worden. Samen met een Zweed, drie Amerikanen, een Canadees en Ron en Agatha (Joure) ging ik op pad. We waren het stadje net uit of de gids begon zijn praatje in vloeiend Spaans. Een Amerikaan en ik wierpen ons op als vertalers. De verhaaltjes gingen over een Italiaanse plantkundige die in een ver verleden rond hing in deze streek. Hij had sjans met vele meisjes uit de dorpjes. Hij leerde de mensen ook nog iets over planten. Uiteindelijk is de grootste bloeiende plant ter wereld naar hem vernoemd.Na enige uren rijden en onderweg een kopje coca-thee kwamen we bij de planten aan. De ´Puya Raimundi´ is een plant tussen de acht en twaalf meter hoog. Deze plant leeft tussen de 40 en 100 jaar en bloeit maar een keer. Tijdens de bloeiperiode heeft de plant ongeveer 15.000 tot 20.000 bloemetjes en daarna gaat ´ie dood. We zagen tientallen gestorven exemplaren en een handvol bloeiende.Het doel was uiteindelijk de top van de ´Pasto Ruri´. Een top met een gigantische gletsjer ervoor. We reden langs een eenzame lamaherder en zagen in de verte de ijsklomp al liggen. Aangekomen bij het vertrekpunt naar de top konden we een paard huren. Wij besloten te voet te gaan. Op ongeveer 4900 meter begon de zware wandeling. We hadden eigenlijk alleen nog maar in de bus gezeten. Het leek alsof ik al een marathon had gelopen. Na een stukje rots begint de ijsvlakte. Ik dacht nog even aan Ellen. Ze had het vast zwaar, maar heel mooi gevonden. Na een stap of tien in de sneeuw moest ik stoppen om op adem te komen. Ik voelde dat mijn hart veel werk moest verzetten. Het nemen van een foto gebruik ik als rustpauze. We moesten het allemaal op onze eigen kracht doen. Na anderhalf uur waren we ongeveer 200 meter hoger. Er was nog 100 meter te gaan naar de top. Wanneer ik eenmaal op gang was, ging het wel. Ik moest wel om de vijf minuten stoppen. Na tweeeneenhalf uur bereikten we het einde van de gletsjer. Nog een klein stukje rots en ik was boven op de ´Pasto Ruri´. Ik had gewonnen van de berg en van de hoogte. Nog even genieten van het uitzicht en veel water drinken tegen hoogteziekte. Overigens heeft iedereen van ons ploegje het gehaald.Op de terugweg zijn we nog even langs een ijsgrot geweest. We mochten er niet in, want dat was te gevaarlijk. Een fotootje was genoeg.Rond 17.30 uur waren we weer in hotel Churup. Daar kon ik mijn verhaal kwijt aan Ellen. ´t Was een geweldige dag en een unieke ervaring.Zij had de dag doorgebracht met slapen, lezen, schrijven en af en toe wat meelkoekjes.

Hete baden
De volgende dag zijn we met Ron en Agatha naar de natuurlijk verwarmde zwembaden geweest. Het water is bruin, maar dat komt door het ijzer wat er in zit, aldus de waterdeskundigen (Ron en Agatha). ´t Zag er wel vies uit. Al met al een ontspannen dagje.

Morgen gaan wij verder naar het zuiden en Ron en Agatha gaan een vierdaagse kampeertocht doen. Ze nemen daarna een pakketje voor ons mee naar Nederland.

 

 


Beginpagina

Reisverslagen

Reisschema

Thuisfront

Columns

E-mail

Printversie

 

Zuid-Amerika
1 mei - 30 september 2002

Afrika
1 oktober 2002 - 25 april 2003

Kijk hier voor de
gedetailleerde route. >>