15 Dagen in de wijde wereld
Na onze overheerlijke
maaltijd met grote gevolgen zijn we niet direct vertrokken
uit Banos. Integendeel, we hadden het daar prima naar onze zin. We
hebben leuke mensen ontmoet en enige activiteiten ondernomen. Daarna zijn
we naar Cuenca gegaan.
Fietstocht rondom Banos
Banos, het pittoreske plaatsje aan de voet van de vulkaan Tunguharua,
leent zich uitstekend voor dagtrips.
Nadat we ons hadden laten informeren over de verschillende
mogelijkheden (jungletochten, beklimmen van de Cotopaxi, etc.) hebben
we uiteindelijk gekozen voor een fietstocht. We zijn Nederlanders tenslotte.
De aanbieding was veelbelovend. Twee mountainbikes met voorvering,
een reserveband, wat gereedschap en een kaart met de route was alles
wat we meekregen. Een tochtje bergafwaarts langs drie watervallen en
daarna met de fiets op het dak van de bus
weer terug naar Banos. "Als je nog energie
hebt, kun je nog wel verder", zei de fietsenverhuurmevrouw. Een
schakellesje voor Ellen en daar gaan de twee Nederlanders die het fietsen
niet kunnen laten. Het werd een spectaculaire afdaling. De waterkrachtcentrale
en een lange donkere tunnel waren de hoogtepunten van de eerste
12 kilometer. En inderdaad een mountainbike is wel nodig. Losse stenen
en diepe kuilen werden met gemak bedwongen. Aangekomen bij de eerste
waterval was de verrassing groot. Eerst
liepen we een kilometer naar beneden,
vervolgens een smalle loopbrug over het ravijn en dan de waterval. We
hadden nog gevraagd of we ook konden zwemmen bij de waterval. Nu werd ons
duidelijk dat dat onmogelijk is. Wat een
natuurgeweld. Prachtig om te zien dat
het water in een constante stroom van ongeveer 40 meter tussen de rotsen
door naar beneden valt. Een groene omgeving
deed de rest. We werden er nat van.
Terug naar onze fietsen. De afdaling voortzettend naar de volgende attractie.
Hetzelfde ravijn, maar nu iets dieper en breder, moest worden overgestoken
met een kabelbaantje. De langste en hoogste kabelbaan van Equador.
De daaropvolgende waterval was niet te vinden en de orchideeentuin lag
er onverzorgd bij. De overtocht met de kabelbaan was een hele ervaring.
Nu was er nog een waterval te gaan. De
afdaling ging steeds beter en sneller.
De laatste waterval in Rio Verde moest een climax worden. En dat werd het.
Eerst een uitzicht frontaal op de waterval.
Tenslotte een douche van deze overdonderende
watermassa. Het was de grootste waterval tot nu toe en luisterde
dan ook naar de naam īGat van de duivelī (vrij vertaald). Bovengekomen
stond een man met een pick-up klaar. We hadden inderdaad geen energie
meer om verder te gaan. Voor slechts $1 bracht hij ons terug naar Banos.
Wandelingen in Banos
Verder hebben we de dagen doorgebracht met een paar flinke wandelingen
naar een heilig beeld en op de
vulkaan zelf. We hebben de vulkaan niet gezien vanwege
de bewolking, maar wel gehoord.
De mensen in hotel Patty in
Banos verbleven we in een gezellig hotel. De vorige keer hebben wij
albericht over de baas van hotel Patty, Don Enrique. In de gezamenlijke
keuken was het elke dag weer feest.
Het is leuk mensen uit verschillende landen te ontmoeten.
Franco; een gids uit Venuzuela. Hij doet aan raften, bergbeklimmen
en bungyjumpen. Zijn lange zwarte haren zijn ook te vinden in de
douche. Pablo; Equadoriaan. Hij zit de hele dag sleutelhangers te maken
van stukjes leer en metaal. Hij reist
verschillende steden af om zijn waar te
verkopen. Zijn verhalen over zijn vrouw in Miami en huis in Quito komen
niet altijd geloofwaardig over. Een aardige
vent, waar ik nog een biertje mee heb
gedronken. Patrick; een blije Ier. Doet soms een beetje stoer en luidruchtig
en lag op een ochtend kotsend in een hangmat voor zijn kamer. Sunny;
Een Ierse. Reist al heel lang en toen we vroegen wat ze zoal deed, antwoordde
ze "I fight for living". Ze verdient haar brood met vechtsport.
We hoorden haar īs ochtends haar oefeningen
doen. Ze is klein van stuk maar staat
haar mannetje.
Dan is er nog een groep bestaande uit twee Engelsen, drie Canadezen en een
Australier. Een hiervan wil ik graag even
beschrijven. Het is Andrew uit Canada.
Hij heeft een baard en daarbij een mal gebreid petje. Hij roept de hele
dag teksten van Monty Python en lijkt ook sprekend op Jezus uit de film
īLife of Brianī (John Cleese). Always look
on de bright sight of life.
Cuenca
Vanuit Banos zijn we vertrokken naar Cuenca. Dit is een grote stad met
vele koloniale gebouwen. Volgens de
reisgids een stapje terug in de tijd. Het was al
laat toen we aankwamen op het busstation. Met een taxi zijn we naar het
eerste hotel in het centrum gereden. In
hotel Pinchincha was het goed toeven.
Helaas voor slechts een nacht, want de daaropvolgende nachten was het
hotel vol. De volgende morgen moesten we dus op zoek naar een ander
hotel. Het werd Recidencial Northe boven een
markt. Dit hebben we geweten. īs
Ochtends om 7.00 uur begonnen de mensen hun waren uit te stallen en aan
de man te brengen en schalde de luide muziek
van de cd-winkel aan de overkant. Op
de markt kun je groeten, fruit, potten en pannen kopen. Ook was er
een tafereel te zien. Vrouwen met een rond hoedje op hun hoofd en in hun
hand een takkenbos zaten op het plein met
voor hun een lange rij mensen. Een voor
een werden kinderen en volwassenen naar voren geduwd en begonnen de
vrouwen hun ritueel. Met de takkenbos werden
ze ontdaan van kwade geesten. Deze
vrouwen verlieten als laatsten de markt. In de avond veranderde de buurt
in een ongure plek. Geschreeuw, kapot gooien van flessen en een schot.
Dronken mensen en andere types die overdag (ik
observeerde vanuit de hotelkamer)
misschien wel eens in groepjes gingen zakkenrollen. We hebben gezien
dat er een werd opgepakt. In Quito voelden we ons soms niet veilig (īs
avonds), maar hier is het nog erger. Je kan het treffen. Verkeerd hotel
in verkeerde buurt, maar de goedkoopste
hotels staan ook niet altijd in de beste
wijken. Genoeg hierover. Cuenca is een mooie stad als je van
kathedralen, pleinen en
koloniale gebouwen houdt. Ellen vindt het wel leuk. Voor
mij is de enige leuke herinnering de Champions League finale die ik heb
gezien in de Wunderbar. Gelukkig was het
voor de Duitsers niet zo wunderbar (de
eigenaar is Duits).
Loja
We besloten verder te trekken naar het zuiden. Loja zou ons eindpunt
zijngeweest. Helaas is dit een stad die we alleen nog maar noemen als
doorgaansstad. We zijn in Vilcabamba
uitgekomen. Dat we daar meer dan tien dagen
zijn gebleven, zegt genoeg. Het is er prachtig. Later meer hierover.
29 mei '02
|